Onzekerheden. We kunnen ze tonen door kwetsbaar te zijn, maar we kunnen ze ook heel goed verstoppen achter bijvoorbeeld heel druk zijn, veel praten en daarmee niets zeggen. We kunnen vooral alle positieve dingen laten zien, hoe goed het wel niet is, hoe succesvol we zijn. 

Maar meestal worden we onzeker door die stemmetjes die twijfel in je hoofd zaaien. Gedachten die je laten denken dat je een bedrieger bent, dat je het toch niet kan, dat er anderen zijn die veel beter zijn en dat je tekort schiet. Of je een schuldgevoel aanpraten. 

Die stemmetjes en gedachten zorgen ervoor dat je zelfvertrouwen daalt. Je onzeker wordt. Waardoor je wellicht je mening niet (meer) durft te geven omdat men je dom vindt of omdat anderen toch veel betere ideeën hebben. Je kan mogelijk ook nergens aan beginnen, het moet eerst perfect zijn. 

Onzekerheid. F*ck it!

Vreneli Stadelmaier heeft er zelfs een boek over geschreven. Ze noemt dit fenomeen het imposter syndroom. Je gebrek aan zelfvertrouwen op cruciale momenten. Je weet, diep in je hart, dat je het weet of kan, maar je bent bang om door de mand te vallen. 

Gedachten of die stemmetjes, ze strooien met twijfel. Ze voeden je onzekerheid.
De grote vraag is klopt het ook?
Hebben die stemmetjes gelijk?
Waar komen die gedachten vandaan?
En als ze zouden kloppen, wat kan er mis gaan, als je het toch zou doen of zeggen?
En nog erger, wat als ze ongelijk hebben, en je doet of zegt niets, wat mist de ontvangende partij dan?

Leuke vragen om eens over na te denken als de gedachten of de stemmetjes jouw onzekerheid aanwakkeren. 

Share This