“De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas.”
Dit lied* kwam in me op toen ik samen met Luuk in het Passeiertal liep. We waren bezig met onze tweede rondwandeling en kwamen steeds dichter bij ons hotel.
Op dat moment voel ik niets van de paden op en de lanen in. Nee, het is vooral de bergen op en de bergen af.
“De bergen op, de bergen af, vooruit met flinke pas.”
Om je de waarheid te zeggen die flinke pas zit er ook niet in. Eerder een slakkengangetje. De vorige dag heb ik een blaar opgelopen en mijn lijf sputtert toch al tegen na de eerste rondwandeling een dag eerder.
“De bergen op, de bergen af, we doen het stap voor stap.”
Maar .. Luuk wacht geduldig op me, neemt mijn ‘fuckaducks’ voor lief en weet dat we uiteindelijk toch wel weer bij ons hotel komen. Op de makkelijke of de moeilijke manier. En dus ga ik weer de bergen op en de bergen af. Stap voor stap.
We arriveren dan ook bij ons hotel en genieten van een welverdiende sauna en een heerlijk maal. Eigenlijk ben ik heel trots op mezelf, want ik heb een paar keer de handdoek in de ring willen gooien. Toen ik geen stap meer kon zetten. Alles deed pijn. Een pauze op een prachtige plek (want jeetje de ‘bergen op’ resulteert in fantastische uitzichten) zorgt ervoor dat je toch weer doorgaat. Of toen mijn comfort zone wel heel erg opgerekt werd. Een stijl pad naar beneden lopen is al geen feest maar als daar ook heel veel losse stenen liggen, boomstammen en keien om over te stappen, dan maak je me het wel heel lastig. De angst om mijn evenwicht te verliezen of uit te glijden voert dan de boventoon. Elke stap is een wiebelig gedoe. De keuze is simpel of verder naar beneden lopen of weer naar boven lopen. Met de wetenschap dat je toch ergens anders naar beneden moet . Dus ga ik door met de hulp van mijn twee stokken en soms een boom. Zo kom ik de berg af. Ik heb het gered.
Ik ben dus trots op mezelf. Dat ik het geflikt heb. De spierpijn de dag erna was wat minder, maar wederom “de bergen op, de bergen af’ maakt veel goed.
Waarom ik dit verhaal met je deel? Iedereen heeft een doel. Om dat doel te bereiken bewandel je een pad, stap voor stap. Je maakt tijdens die reis situaties mee waarbij je het liefste rechtsomkeer wilt maken. Waarbij je het liefste weer terug wilt vallen in je comfortzône. Je komt situaties tegen die spannend of eng zijn. Je maakt keuzes, doorgaan of stoppen. En elke keuze is goed. Het belangrijkste is dat je een stap zet. Met flinke pas vooruit of in een slakkengangetje, beide is goed. Als je maar die keuze maakt. En op elke keuze mag je trots zijn.
Wanneer was jij trots op jezelf? Wil je dat moment met me delen?
* Voor de liefhebbers, klik hier om dit oude schoollied van Duo Karst te horen.
Recente reacties